Parijs, de stad van art nouveau
Parijs is de modestad bij uitstek. De stad van Charles de Gaulle, de Moulin Rouge, de Eiffeltoren en de Place de la Bastille. ‘Paname’ in de volksmond is ook bekend om iets anders: de prachtige kunststroming art nouveau.
De schuld van de industriële revolutie
De basis van de Jugendstil, de Duitse en Oostenrijkse benaming van het Belgisch en Franse art nouveau, lag in Engeland. Het eerlijke en eenvoudige handwerk was rond 1850 uit de gratie geraakt doordat tijdens de Industriële Revolutie steeds meer waarde werd gehecht aan machinaal vervaardigde producten. Als reactie op allerlei Neostijlen (machinale en slordige stijlimitaties) stichtte William Morris in 1861 een kunstnijverheidatelier. Morris en zijn leerlingen hielden zich bezig met het ontwerpen van glas-in-lood ramen, behangmotieven, houtsnijkunst en boekillustraties met sierlijke vrouwengestalten en bogen van plantenstengels.
De invloed van Morris zag je snel terug op het vaste continent. En zelfs in de Verenigde Staten werd door onder anderen Tiffany zijn visie vertaald.
Art nouveau en Tiffany
Niet – ooh – Chandler Bing, maar Siegfried Bing werd gezien als stimulator van de vernieuwende kunst. Nadat eind 1800 de verzadiging in de handel van Japanse kunst optrad, vond deze producent en handelaar een nieuwe uitdaging, Hij gaf opdrachten aan de Tiffanyfabriek in New York om glas-in-loodramen te maken. Tiffany was lid van een groep kunstenaars die een bijzondere schilderswijze toepaste: hij werkte met ongemengde kleurvlakken die omlijnd werden.
Aan leden van dezelfde groep, de zogenaamde Nabis-kunstenaars, vroeg hij voor zijn nieuwe galerie ontwerpen te maken voor meubilair, textiel, serviezen en boekbanden. Dat was erg ongebruikelijk voor een kunsthandelaar en zo kreeg hij de naam een promotor te zijn. Zijn nieuwe galerie in de Rue de Provence werd in 1895 geopend en heette L’Art Nouveau. L’Art Nouveau was een progressieve salon waar jonge kunstenaars hun nieuwe kunst exposeerden.
Een greep uit een aantal prachtige art nouveau werken in Parijs.
In Frankrijk bloeide de art nouveau vooral in Parijs en Nancy (l’école de Nancy). Deze laatste stad ontwikkelde zich mede dankzij de activiteiten van de glas- en meubelontwerper Émile Gallé (1846-1904) rond 1900 tot een belangrijk centrum van vernieuwende architectuur en kunstnijverheid.
Een van de bekendste voorbeelden van de Franse art nouveau in Parijs zijn de metro-ingangen van Hector Guimard (1867-1942). Deze architect ontwierp ook dit optrekje wat nu te koop staat. Vive la France!
Posted by 
